Toespraak Voorzitter 76e herdenking.

Toespraak Herman Steendam, fort de Bilt,  1 mei 2021

Hartelijk welkom op deze herdenking op Fort de Bilt. De 76 herdenking. En voor het tweede jaar op rij helaas zonder de gebruikelijke vele belangstellenden hier ter plaatse. 

Een speciaal welkom daarom aan alle belangstellenden thuis die deze herdenking door corona alleen kunnen meemaken via het videoverslag op onze website.

De vertegenwoordigers van de burgerlijke autoriteiten zijn hier vanmiddag al geweest: de Commissaris van de Koning in onze provincie Utrecht, de heer Hans Oosters, de locoburgemeester van Utrecht, mevrouw Lot van Hooijdonk en de burgemeester van De Bilt, de heer Sjoerd Potters, legden een bloemstuk. Ook onze buren van de overkant van het fort, de Koninklijke Marechaussee, herdachten hier vanmiddag de ruim 100 op dit fort gefusilleerde Nederlanders. Dat waren niet alleen Utrechters; de slachtoffers kwamen uit heel Nederland.

De Tweede Wereldoorlog is in ons collectief bewustzijn verankerd. Inmiddels hebben bijna alle Nederlanders de oorlog niet meegemaakt en kennen ze de oorlog alleen uit de vele verhalen van hun grootouders en ouders, uit de vele boeken en uit de vele documentaires. Oorlogsgetuigen zijn er nauwelijks meer. Daarom zijn we heel blij met de komst vandaag van Marten Mobach, die op 5 mei 1945 ternauwernood aan executie op dit fort ontsnapte. De heer Mobach hoopt volgende maand 102 jaar te worden.      

Nog steeds komen vele verhalen over hoe gewone mensen de oorlog zijn doorgekomen aan het licht. Gisteren werd ik nog getroffen door het verhaal van Pieter Kuijt. Hij werkte in de duinen bij Den Haag, bij de Scheveningse gevangenis, het Oranjehotel. De Duitsers executeerden op de Waalsdorpervlakte 270 gevangenen en begroeven hen in naamloze graven in het duinzand. Pieter Kuijt markeerde dan de graven met helmgras en zorgde er zo voor dat de gefusilleerde mannen na de oorlog toch teruggevonden werden. Maar hij sprak er later nooit over; zijn familie moest dat van anderen horen.

Ook over de ruim 100 hier gefusilleerde mannen weten we niet alles. Ze zijn hier niet begraven. Een aantal van hen, zoals Herman Benschop, ligt hier vlakbij begraven op de Erehof op de RK begraafplaats aan de Princessenlaan aan de andere kant van de Berekuil. Ook is een aantal van hen op de dag van hun overlijden direct gecremeerd in Velzen. Hun as ging dan in een genummerde asbus naar Duitsland. Dankzij medewerkers van het crematorium, die in een boekje bijhielden op welke datum en waar de lichamen vandaan kwamen konden deze asbusnummers ook aan een naam gekoppeld worden.

De namen op deze stenen zijn vaak alleen een naam, maar zonder gezicht en zonder levensverhaal. Dat gaan we niet zo laten. Vandaag hebben we 8 van de hier omgekomen mannen al een gezicht gegeven. Zo meteen zal de kleinzoon van één van hen over zijn grootvader spreken. Evert Wasch spreekt over zijn grootvader Evert Nool en hij zal ook samen met zijn nicht Tuny Nool de krans namens alle nabestaanden leggen.

Om alle verhalen verder te ontsluiten hebben we twee geschiedenisstudenten van de universiteit Utrecht hier op het fort een stageplek gekregen. Patrick Heijden speurt in de archieven en op internet naar de verhalen van de hier gefusilleerde mannen en maakt ruim 100 biografieën met levensbeschrijving en foto’s. Een aantal van die gevonden foto’s hebben we al kunnen gebruiken voor de beide spandoeken die bij de naamstenen zijn opgesteld.

Dat laat ook zien dat het heel verschillende mensen waren die hier het hoogste offer brachten: een pater (Reinier Kloeg), een kapitein in het leger(Huibert van der Maaden), een jachtopziener (Evert Nool), twintigers (zoals Teus Oudhof, Cor van Ballegooijen en Kees van der Sande), mannen van 30: de beide Hermannen Besamusca en Benschop en tot slot mannen van rond de vijftig: de kapitein Van der Maaden en Evert Nool. Zij allen stelden een daad en deelden een sterk rechtvaardigheidsgevoel.

Ik had het over twee studenten die de verhalen van de mannen ontsluiten. De tweede student, Maud Roelse, heeft tot taak om een zo juist en zo compleet mogelijke lijst te maken van allen die hier op Fort de Bilt geëxecuteerd zijn. We wisten al wel dat niet allen hier vermeld op de eerste vijf naamstenen ook werkelijk hier hun leven lieten. Als die nieuwe lijst er is, zullen de naamstenen aangepast worden.   

Er zijn twee sprekers vandaag. Evert Wasch, die spreekt over Evert Nool, noemde ik u al. De tweede spreker is de heer Jan van Kooten, tot voor kort directeur van het 4 en 5 mei comité.

De trompetter bij de klok speelt na de toespraken de Last Post met aansluitend twee minuten stilte, waarna we samen de coupletten 1 en 6 van het Wilhelmus zingen.

Na het Wilhelmus wordt de krans van de nabestaanden gelegd.

Tenslotte is er daarna voor iedereen hier aanwezig de gelegenheid om langs het monument, de naamstenen en de gasdichte mitrailleur kazemat te lopen.

Naamplaten met banners