Fort de Bilt

Fort de Bilt is midden op de Biltsestraatweg gebouwd in 1819-1821 en is het eerste fort uit de gordel rond de stad Utrecht. Het fort bestaat oorspronkelijk uit aarden wallen met vier bastions. Aan de stadszijde, waar nu het verkeersplein De Berekuil ligt, had het fort een aarden reduit (laatste toevluchtsoord voor de verdedigers van het fort). Dit reduit functioneerde eigenlijk als een fort binnen het fort. De beplanting diende om het fort te camoufleren, bescherming te bieden tegen vijandelijke aanvallen en als brandstofvoorraad. Bij oorlogsdreiging werd de beplanting grotendeels gesnoeid om een vrij schootsveld te krijgen. Langs de oever bevond zich vooral elzenhakhout dat gebruikt werd als brandhout en voor afrasteringen. De meidoornhaag voor de wallen functioneerde als natuurlijk prikkeldraad. Grote eiken en kastanjes, meer centraal op het fort, moest de vijand op afstand het idee geven met een natuurlijk landschap te maken te hebben.

Het fort moest de Biltsestraatweg, de belangrijke verbindingsweg tussen Utrecht en Arnhem, afsluiten. Het fort was daarmee de belangrijkste verdediging van de stad Utrecht tegen de vijand uit het oosten (Pruisen/Duitsland). Oorspronkelijk liep de Biltsestraatweg dwars door het fort, langs de batterijen en om het reduit heen. In 1848 werd de weg verlegd naar de zuidzijde van het fort. Daarna vond van 1850 tot 1852 de bouw plaats van een groot bomvrij wachthuis op het reduit. In 1875-1877 werd het fort uitgebreid met een bomvrije kazerne, remises, schuilplaatsen en magazijnen. De bomvrije kazerne, evenals de andere gebouwen opgetrokken uit steen, diende als verblijf voor de manschappen. Bij de bouw werden er druipkokers aangebracht waardoor het regenwater, door zand en grind op het dak gefilterd, naar beneden sijpelde. Zo had men bomvrij de beschikking over zo´n 80.000 liter schoon water. Rond 1885 was het fort bestemd voor een bezetting van ± 250 manschappen en 34 stukken geschut. Rond 1900 werd het noordelijk deel van het fort, met de aanleg van karabijn- en pistoolschietbanen, ingericht als oefenterrein. De schietbanen zijn nog tot ver na de 2e Wereldoorlog, onder meer door de politie, in gebruik geweest.

De smalle, bochtige Biltsestraatweg leidde in de twintiger jaren van de vorige eeuw tot ongelukken. Omstreeks 1930 wordt de weg daarom weer dwars door het fort getrokken. Om plaats te maken voor de nieuwe en bredere weg worden het reduit en het middenstuk van de bomvrije kazerne opgeblazen. Vanaf dat moment bestaat Fort de Bilt uit een noordelijk en zuidelijk van de Biltsestraatweg gelegen deel. Om deze verzwakking te compenseren worden er in 1932 vijf kazematten van zwaargewapend beton gebouwd op de oostelijke wal van het fort. Eén van deze kazematten bestrijkt de Biltsestraatweg en kan zo de weg verdedigen. In 1936 wordt er op de noordzijde van het fort nog een betonnen mitrailleurkazemat aangelegd. Tijdens de Duitse bezetting wordt deze kazemat gebruikt als gevangenis voor verzetsstrijders.
Op het fort worden in de oorlog 140 mensen door de Duitsers gefusilleerd. Ter nagedachtenis aan hen wordt in 1949 een monument opgericht.

Plattegrond_Fort_De_BiltIn 1997 is Fort de Bilt (noordzijde) in eigendom gekomen van de gemeente Utrecht. Vrijwel direct werd er begonnen met de restauratie van het fort. Het fort is vanaf 1999 voor het publiek geopend en heeft vooral een educatieve functie, thans uitgevoerd door ‘de weg van de held’.

Hehttps://www.dewegvandeheld.nl/

Het zuidelijk deel van het fort is in bezit van het Rijk en wordt gebruikt door de Koninklijke Marechaussee.

top