Herdenking 2024

Dit jaar (2024) is de herdenking op Fort de Bilt op Zaterdag 27 April 2024

Programma:

18:45: Aankomst eerste gasten. Hotel Mitland, Ariënslaan 1, 3573 PT Utrecht.

19:25: Opstellen van de stoet.

19:40: Aankomst van de stoet bij het Monument.

GEEF ACHT.

LAST POST DOOR TROMPETTIST

2 MINUTEN STILTE

Na de 2 minuten stilte volgt het gezamenlijk zingen van de verzen 1 en 6 van het Wilhelmus.

Na de officiële kranslegging is er gelegenheid tot het leggen van bloemen bij het Monument en/of de gedenkstenen.

Verslag Herdenking 2023

Wederom een sfeervolle gedenkwaardige herdenking. zie bijgaande fotoimpressie.

Toespraak Voorzitter 78e herdenking

Toespraak Peter-Paul de Winter, Fort de Bilt, 29 april 2023

Dames en heren, jongens en meisjes, ik heet jullie allemaal van harte welkom! Op deze zaterdag, 29 april 2022, herdenken wij hen die, hier en elders, in de Tweede Wereldoorlog het leven lieten voor onze vrijheid, het hoogste offer dat een mens kan brengen. Een warm woord van welkom aan de nabestaanden van deze mensen.

Een speciaal woord van welkom aan de Commissaris van de Koning van de provincie Utrecht, de heer Hans Oosters en de Bestuursadviseur Georg-Pieter Andela, de loco-burgemeester van Utrecht, de heer Dennis de Vries en de burgemeester van De Bilt, de heer Sjoerd Potters en wethouder Krischan Hagedoorn. We heten ook welkom onze buren aan de overkant van het fort, de Koninklijke Marechaussee en de heer Abdulaal Hussein. Abdullaal Hussein zal u zo toespreken. Tot slot een warm welkom aan Sari, zij zal zo een zelfgeschreven gedicht voordragen en aan de heer Marten Mobach die de gruwelijkheden van toen van dichtbij heeft meegemaakt. Een groot voorrecht dat u er weer bij bent!

Fort de Bilt is een locatie die evenals Fort Rhijnauwen in de Tweede Wereldoorlog gebruikt werd  door de bezetters van Nederland om zich van mensen te ontdoen die de moed hadden om in opstand te komen tegen onrecht, dit niet accepteerden en in actie kwamen. Dit alleen al maakt deze locatie zo bijzonder, het is een stille getuige dat ons op indringende wijze vertelt waartoe de mens in staat kan zijn. Voor ons een waarschuwing, om ons eraan te herinneren dat het zo weer kan gebeuren en nog steeds om ons heen gebeurd.

De afstand tot de Tweede Wereldoorlog wordt ieder jaar groter, maar bijna iedere Nederlander heeft via overlevering van generatie op generatie te maken met de Tweede Wereldoorlog of andere oorlogen sindsdien. Oorlog, historisch en actueel, heeft grote impact op de samenleving. Hoe geven mensen betekenis aan ons gezamenlijke verleden? Hoe gaan we om met actuele dreigingen van oorlog? En hoe verhouden het verleden en het heden zich tot elkaar?

Met het jaarthema ‘Leven met oorlog’ vraagt het Nationaal Comité 4 en 5 mei in 2022-2023 aandacht voor de impact van oorlog op individuen, families en de samenleving. Hoe ontwikkelen herinneringen zich van de eerste naar volgende generaties? En wat heeft dit voor betekenis voor onze opvattingen over vrijheid en onvrijheid?

Overigens moet u bij de impact van oorlog niet alleen denken aan wat er hier in de veertiger jaren van de vorige eeuw is gebeurd. De invloed van oorlog op onze samenleving kent vele gezichten, denkt u bijvoorbeeld maar eens aan de effecten van de oorlog in de Oekraïne op de wereld, effecten die een mogelijk sneeuwbal affect teweeg kunnen brengen in andere landen. Dit soort vraagstukken zijn veel lastiger op te lossen, maar ervan wegkijken is een slechte optie.

Als Bestuur hebben wij ons laten inspireren op het jaarthema “Leven met oorlog” en de beleidsvisie van het nationaal Comité 4 en 5 mei “Iemand stelt de vraag”. Juist omdat onze samenleving verandert en wij hierop willen aansluiten en zoeken naar antwoorden.

Het Nationaal Comité 4 en 5 mei legt in de periode 2021-2025 verschillende inhoudelijke accenten. Het comité heeft een diepgevoelde plicht om de Holocaust blijvend een belangrijke plaats in de herdenking op 4 mei te geven. Ook de aandacht voor verzet is van blijvende betekenis in ons werk.

Op basis van de beleidsvisie legt het comité daarnaast de komende vijf jaar de volgende inhoudelijke accenten:

  1. Familieverhalen. Het gaat hier om de manier waarop de ervaringen van de eerste generatie van oorlogsgetroffenen doorwerken in families en in de samenleving. Met andere woorden: wat is de betekenis van oorlogsverhalen voor volgende generaties?
  2. De Tweede Wereldoorlog blijft het fundament voor het comité; het is het anker van waaruit we denken en werken. Aan dat thema proberen we andere ervaringen van oorlog en onvrijheid te verbinden: ervaringen met conflicten en oorlogen elders, waar mensen in onze samenleving mee leven.
  3. Pijnlijke kanten van de geschiedenis. Het comité vindt het belangrijk om aan alle ervaringen en gevolgen van oorlog aandacht te schenken. Ook de verhalen die pijnlijk zijn, bijvoorbeeld omdat mensen er niet trots op zijn, krijgen daarmee een plaats.
  4. De samenleving is de afgelopen decennia veranderd en diverser geworden. Het comité vindt het belangrijk om deze diversiteit zichtbaar te maken in zijn activiteiten, en ook uitnodigend te zijn naar diverse mensen en groepen in de samenleving.
  5. Vrijheid verdiepen. Vrijheid is het belangrijkste, kostbaarste wat wij hebben. Het is geen vanzelfsprekendheid, maar vraagt om inzet, onderhoud en energie. Het comité voelt daarom permanent de taak

Wij onderkennen het belang van de plek; Fort de Bilt waar het blijvend belang van deze plaats om continuïteit vraagt. Het verhaal moet verteld blijven worden, wij hebben de morele plicht om dit door te geven aan toekomstige generaties, maar daarnaast mogen wij onze ogen en oren niet sluiten voor hetgeen er nu om ons heen gebeurd.

In de visie van het Nationaal Comité ziet u terug dat de samenleving verandert waarbij de focus meer en meer komt te liggen op inclusiviteit en iedereen ruimte bieden om mee te doen. Dat maakt het mogelijk om ook de jongere generaties te bereiken, generaties die het stokje op termijn van ons moeten gaan overnemen zodat de verhalen blijvend verteld worden. Een jonge generatie die in Nederland geen oorlog heeft meegemaakt, maar wel moet leven met de wetenschap dat er na 5 mei 1945 er nog geen dag zonder oorlog is geweest, tot op de dag van vandaag!

Hoe bijzonder is het dan om naar iemand te kunnen luisteren die wel een oorlog heeft meegemaakt en dit met ons wil delen. Ervaringen delen maakt het voor ons mogelijk om beelden te vormen over de gruwelijkheden van de oorlog, juist omdat oorlog voor velen onder ons zo ver weg lijkt te zijn. Met dit verhaal kunnen we de brug naar de toekomst bouwen zodat de toekomstige generaties elkaar blijvend kunnen waarschuwen. Waarschuwen voor onverdraagzaamheid, afgunst, jaloezie ongelijkheid en haat, zo vaak bronnen voor conflicten. De punten 4 en 5 van bovenstaande beleidsvisie, hoe opmerkelijk, bieden hier ruime handvatten om de Herdenkingen te Fort de Bilt blijvend te continueren zonder dat de kern van de zaak verloren gaat. Wij bieden iedereen ruimte om mee te doen en nodigen iedereen hiervoor nadrukkelijk uit. Op dit alles kan niemand toch tegen zijn!

Vorig jaar stelde ik al dat Vrede geen zelfstandig naamwoord is maar een werkwoord. We zullen allemaal blijvend moeten werken aan die Vrede, het is iets dat heel veel onderhoud vraagt maar uiteindelijk heel veel goeds en moois brengt. Wat heeft u het afgelopen jaaraan dit onderhoud gedaan? We verliezen in de waan van de dag het onderhoud aan de Vrede nog wel eens uit het oog en kiezen we voor een oplossing die wellicht niet de meest gunstige is. Daarom wil ik u allen oproepen om zo nu en dan te reflecteren op uw handelen en uzelf af te vragen of het wellicht anders had gekund. Als we allemaal een klein beetje werken aan die Vrede komt het daar wel goed mee.

De plechtigheid hier op het fort heeft een intiem, ingetogen en informeel karakter. We hoeven niet, zoals op 4 mei, precies om 8 uur de twee minuten stilte te houden.

Na het gedicht van Sari volgt een toespraak van de heer Hussein.

Sari is vorig jaar tijdens de herdenking geïnspireerd geraakt en wilde heel graag een gedicht schrijven. Wij geven haar graag het platform.

De trompetspeler bij de klok speelt daarna de Last Post met aansluitend twee minuten stilte, waarna we samen de coupletten 1 en 6 van het Wilhelmus zingen.

Voor u links staan de kransen al klaar. Ik nodig na het Wilhelmus degenen die een krans gaan leggen uit, om deze bij het monument te plaatsen. Ik kondig de volgorde van kranslegging straks aan.

Vandaag wordt de krans van onze stichting gelegd door Carry en Lars Stuy. Dit als eerbetoon aan hun vader en opa Ad Stuy. Ad Stuy was een van de leiders van ook het gewapend verzet in Utrecht. Na de oorlog heeft hij zich ingezet voor dit monument. Het plaatsen van de naamstenen bij 50 jaar herdenking en de Klokkenstoel waren zijn initiatief. Als stichting bewaren wij goede herinneringen aan Ad en zijn we hem dank verschuldigd

Tenslotte is er daarna voor iedereen hier aanwezig de gelegenheid om langs het monument, de naamstenen en de gasdichte mitrailleur kazemat te lopen. In deze kazemat kunt u kennisnemen van een gedicht te lezen dat daar op de muur geschreven is door een gevangene wachtend op hetgeen er te gebeuren stond…. Hierna nemen we afscheid van elkaar. Uiteraard hoop ik u op zaterdag 27 april 2024 weer te mogen ontmoeten. Immers: herdenken is vooruitzien!

Herdenking 2023

Dit jaar weer een normale herdenking op Fort de Bilt.

Herdenking op Zaterdag 29 April 2023.

Programma:

18.45 uur:       Aankomst eerste gasten. Hotel Mitland. Ariënslaan 1 Utrecht

19.25 uur:       Opstellen van de stoet.

19.40 uur:       Aankomst van de stoet bij het Monument.

GEEFT ACHT.

                        LAST POST DOOR TROMPETSPELER.

                        2 MINUTEN STILTE.

Na de 2 minuten stilte volgt het gezamenlijk zingen van de verzen 1 en 6 van het Wilhelmus.

Na de officiële kranslegging is er gelegenheid tot het leggen van bloemen bij het monument of bij de gedenkstenen.

Na 2 jaar weer een gezamenlijke Herdenking op Fort De Bilt.

Toespraak Vice Voorzitter 77e herdenking

Toespraak Peter-Paul de Winter, fort de Bilt, 30 april 2022

Dames en heren, jongens en meisjes, ik heet jullie allemaal van harte welkom! Op deze zaterdag, 30 april 2022, herdenken wij hen die, hier en elders, in de Tweede Wereldoorlog het leven lieten voor onze vrijheid, het hoogste offer dat een mens kan brengen. Een speciaal woord van welkom aan de nabestaanden van deze mensen.

Zij waren mensen zoals u en ik. Zij hadden echter de moed om in opstand te komen tegen onrecht. Na twee coronajaren is het eindelijk weer mogelijk om hierbij samen met u stil te staan op fort de Bilt. Als bestuur zijn wij dan ook heel blij dat we dit weer kunnen en mogen doen.

Een speciaal woord van welkom aan de Gedeputeerde van de provincie Utrecht, de heer Arne Schaddelee, de loco-burgemeester van Utrecht, de heer Eelco Eerenburg en de loco-burgemeester van De Bilt, de heer Dolf Smolenaers. We heten ook welkom onze buren aan de overkant van het fort, de Koninklijke Marechaussee en de heer Theo Vleugels, directeur van de Oorlogsgravenstichting. Theo Vleugels zal u zo toespreken. Tot slot een warm welkom voor de kinderen van de Daltonschool uit Utrecht, zij zullen zo een paar zelfgeschreven gedichten voordragen.

Maar laat ik me eerst aan u voorstellen. Mijn naam is Peter-Paul de Winter en ik ben al enkele jaren Vice Voorzitter van de Stichting Herdenkingsmonument Fort de Bilt. Normaal gesproken zou de Voorzitter, Herman Steendam, hier staan en het woord voeren. Herman heeft er echter voor gekozen om ditmaal tussen u plaats te nemen om zo zijn goede vriend Marten Mobach te vergezellen. De heer Mobach is een meidagen 40 veteraan, heeft de bezetting meegemaakt en is ternauwernood op 5 mei 1945 nog aan de dood ontsnapt. Alleen dankzij het feit dat de Utrechters hier op de Biltsestraatweg de bevrijders stonden op te wachten is hij niet de laatste geweest die hier op het fort is gefusilleerd. De Duitsers zagen te veel mensen staan en besloten daarom niet af te slaan naar het fort, maar met de heer Mobach door te rijden naar de gevangenis aan het Wolvenplein. Marten Mobach  welkom en fijn dat U er op deze voor u zo moeilijke dag weer bij bent!

Ik gaf het u net al aan, we zijn eindelijk weer met elkaar samen. Het leert ons opnieuw dat niets vanzelfsprekend is of vanzelf gaat. Er moet altijd energie in gestoken worden. Dat vrede niet vanzelfsprekend is, vertelt ons de huidige situatie in Oost-Europa. De oorlog in de Oekraïne leert ons dat het zomaar weer ergens mis kan gaan met alle verschrikkelijke gevolgen van dien. Vrede is daarom geen zelfstandig naamwoord maar een werkwoord!  Vrede gaat nooit vanzelf, we zullen er allemaal altijd aan moeten blijven werken. We mogen hier nooit wegkijken of het aan anderen overlaten; integendeel: we dragen er allemaal verantwoordelijkheid voor om die vrede te onderhouden en te voeden met positieve energie. Het zit hem vaak in kleine dingen, elkaar iets gunnen en tevreden zijn met wat je hebt. Vrede is een kostbaar goed dat niet in geld is uit te drukken. Helaas mis je het pas als het er niet meer is.

Ik heb zelf, net zoals wij bijna allemaal hier, de Tweede Wereld Oorlog niet meegemaakt. Ik ben opgegroeid in een veilige tijd van groei en welvaart. Bij ons thuis werd er eigenlijk nooit over de oorlog gesproken. Pas recent hoorde ik van mijn moeder dat mijn opa lang niet altijd deed wat de bezetters van hem verlangden en dat er ook wel eens een onbekend iemand een nachtje bij mijn grootouders bleef slapen…

Ook beschouw ik het als een voorrecht dat ik het verhaal van de heer Mobach uit de eerste hand heb kunnen vernemen. Maar dat verandert niets aan de situatie dat ik de oorlog niet meegemaakt heb. En eerlijk gezegd, kijkend naar wat er nu gebeurt in Oost-Europa, vind ik dat ook niet erg. Maar het drukt mij wel met de neus op de feiten;  vrede kan zomaar ineens verdwijnen zonder dat je er als mens grip op hebt. Dat benadrukt het belang van het blijven herdenken en stilstaan bij wat er ooit gebeurd is zonder daarbij in wrok te vervallen. Hoe moeilijk dat soms ook is.

Graag wil ik ook nog enkele woorden wijden aan ons onderzoek naar de juiste vermelding van alle namen hier op de naamstenen. U heeft het wellicht de nieuwsitems op TV gezien waarin melding werd gemaakt dat er helaas een behoorlijk aantal namen op de zes hier liggende naamstenen staan van personen die niet hier op dit fort gefusilleerd zijn. Als bestuur zijn wij al geruime tijd bezig om hierover helderheid te krijgen, iets dat ons steeds beter lukt omdat er steeds meer archieven zijn die weer toegankelijk voor onderzoek.
Over namen van allen die hier na 9 september 1944 zijn vermeld hebben we inmiddels wel zekerheid. Daarvóór zijn er nog een aantal personen waarnaar nog verder onderzoek gedaan wordt. Dat hele onderzoek is pas klaar als we over het allerlaatste slachtoffer zekerheid hebben. We betreuren het dat dit nu op deze onpersoonlijke wijze in de publiciteit is gekomen is. We hadden de directe familie voor zover we die kennen graag eerst persoonlijk willen informeren. Het onderzoek is nog niet afgerond en ik doe hierbij een oproep aan u allen. Als u nog over informatie beschikt over de mannen die hier vermeld worden tot 9 september 1944 – dat zijn de eerste twee naamstenen aan de linkerkant – dan houden wij ons hiervoor van harte aanbevolen. U kunt straks in gesprek gaan met één van de bestuursleden, maar u kunt ook daarvoor het contactformulier van onze website gebruiken.

De plechtigheid hier op het fort heeft een intiem, ingetogen en informeel karakter. We hoeven niet, zoals op 4 mei, precies om 8 uur de twee minuten stilte te houden.

Na de toespraak van de heer Vleugels volgen de leerlingen van de Daltonschool met vier gedichten, vier mooie eigen gedichten die ze geschreven hebben na een bezoek aan het fort, vorige maand.

De trompetter bij de klok speelt daarna de Last Post met aansluitend twee minuten stilte, waarna we samen de coupletten 1 en 6 van het Wilhelmus zingen.

Voor u rechts staan de kransen al klaar. Ik nodig na het Wilhelmus degenen die een krans gaan leggen uit, om deze bij het monument te plaatsen. Ik kondig de volgorde van kranslegging straks aan.

Tenslotte is er daarna voor iedereen hier aanwezig de gelegenheid om langs het monument, de naamstenen en de gasdichte mitrailleur kazemat te lopen. Hierna nemen we afscheid van elkaar. Uiteraard hoop ik u op zaterdag 29 april 2023 weer te mogen ontmoeten. Immers: herdenken is vooruitzien!

Mijnheer Vleugels, het woord is aan u.

Herdenking Fort de Bilt 30 april 2022 19.45u

Het gesproken woord geldt.

Dames en heren,

Als directeur van de Oorlogsgravenstichting heb ik, samen met zo’n 150 medewerkers wereldwijd, aandacht voor alle Nederlandse oorlogsslachtoffers die zijn gevallen na 9 mei 1940. 180.000 in totaal waarvan er 50.000 een graf hebben. Wij beheren die graven maar ook de verhalen van 130.000 slachtoffers die geen graf hebben.

Van die 180.000 slachtoffers hebben we vandaag specifiek aandacht voor 139 slachtoffers wier namen op dit monument zichtbaar zijn. Een getal waar discussie over is. Ook dat is niet vreemd in het werk van de Oorlogsgravenstichting. Na de oorlog was er veel verwarring, onduidelijkheid over de locatie en identiteit van slachtoffers, maar er was ook een afrekencultuur tussen goed en kwaad die er toe leidde dat veel grijstinten tussen het goede wit en het slechte zwart onterecht gecategoriseerd als wit of zwart. Let wel, heel begrijpelijk als je de situatie van destijds in ogenschouw neemt.

Fort de Bilt, gebouwd om ons land te verdedigen, maar daarvoor nooit gebruikt. In de oorlog werd het een plaats waar de bezetters, niet zelden geholpen door Nederlanders, mensen bruut vermoorden.

Ik licht er een persoon uit:

Henk van Bezooijen die hier op 31 maart 1945, kort voor het einde van de oorlog als verzetsstrijder werd geëxecuteerd.

Henk was een eenvoudige gelovige boerenzoon die na een vroege dood van zijn vader op jonge leeftijd het boerenbedrijf moest overnemen. Hij trouwde maar zijn vrouw overleed in 1938 en Henk bleef achter met twee jonge kinderen. Hij begon al in 1941 met verzetswerk. Hij was een principieel man die het verschil tussen goed en kwaad kende en hij wist dat er een keuze verwacht werd, en hij koos. Zijn boerderij in Hoogblokland speelde in de jaren daarna een steeds grotere rol in het werk van verschillende verzetsgroepen. Door onzorgvuldig handelen kreeg een verrader ingang in de verzetsgroepen en werden vier verzetsstrijders eind januari 1945  gevangen genomen. Begin februari werd Henk opgepakt en op 31 maart 1945 is hij geëxecuteerd.

We zijn hier vandaag bij elkaar om de slachtoffers te herdenken. Terecht. Zij verdienen die eer voor hun moed, hun offerbereidheid, hun standvastigheid die zij, soms heel bewust, hebben ingezet met de dood als onherroepelijk einde.

Zij kozen.

We herdenken ook om de overlevenden en nabestaanden te steunen. Het verlies van hun dierbaren werkt door bij allen die hen kenden, die met hen gewerkt hebben, of wiens familie het was. Die pijn, weten we, dringt door generatiegrenzen heen. Herdenken blijft nodig om de slachtoffers niet te vergeten, hun voorbeeldige inzet voor ons land door te geven, en om het gevoel  van verlies, ook vandaag nog, een plek te geven.

Wij herdenken opdat wij niet vergeten. Want het verleden gaat niet weg door het te vergeten en is niet over, door er niet over te spreken. Dan blijft men zitten met een onverwerkt verleden, dat men niet onder ogen durft te komen. We herdenken omdat het verleden niet voorbij is en omdat vergeten geen oplossing biedt.

Maar als herdenken zich beperkt tot het levend houden van het verleden, terugkijken dus, dan heeft het uiteindelijk geen toekomst. Herdenken moet dus een brug slaan tussen het verleden, het heden en de toekomst.

In die vorm is herdenken in de spiegel kijken van de historie met alle nu levende generaties. Om daar met elkaar over te spreken in het heden en om samen te bouwen aan een vreedzame toekomst.

Het herdenken is in Nederland voortdurend aan veranderingen onderhavig. Direct na de oorlog ging het vooral over het rouwen over de slachtoffers. Daarna, vanwege de heftige discussies over goed en fout, concentreerde het zich vooral op de herkenbare slachtoffers. De groep die herdacht werd groeide voortdurend. Maar in de loop der tijd is het toch vooral het stilstaan bij ons slachtofferschap.

In Nederland zien wij onszelf bij het herdenken graag als erfgenamen van slachtoffers en helden. Herdenken wordt dan al gauw als eren ervaren; ten onrechte. De Nederlandse werkelijkheid van toen was niet zo eenduidig. En dat beperkt zich ook niet tot de tweede Wereldoorlog. Betoonde moed en geestkracht moeten we met eerbied gedenken; en begane wreedheden met afschuw.

Steeds moeten we ons bewust zijn dat wij erfgenaam zijn, zowel van moed en geestkracht, als van het vermogen tot geweld en wreedheid, alsook van de bange onverschilligheid bij onzegbare misdaden.

De Oorlogsgravenstichting viert dit jaar haar 75 jarig jubileum en stimuleert als onderdeel van de jubileumactiviteiten het met elkaar nadenken  over de toekomst van herdenken in Nederland.

Ik sprak zojuist over het gezamenlijk in de spiegel van de historie kijken. Als we dat goed zouden doen dan zien we niet alleen slachtoffers maar ook daders. Als je lessen voor de toekomst wilt trekken dan is het  goed om te kijken hoe we hier beland zijn. Die lessen beginnen voor de tweede Wereldoorlog al in de dertiger jaren, hadden we iets kunnen doen om de loop van de geschiedenis te veranderen?

Een aantal van die lessen zie je telkens weer terugkomen, bijvoorbeeld bij de onafhankelijkheidsstrijd in voormalig Nederlands-Indië, de  inzet in Afghanistan, en nu weer in de Oekraïne. In dat opzicht kan herdenken, en het gezamenlijk in de spiegel van de historie kijken, van belang zijn voor de grote problemen waar we voor staan.

Vrede, recht, vrijheid zijn geen duurzaam stabiel gegeven. Die vergen onderhoud, zorg en waakzaamheid. Ook in onze tijd raken mensen in de greep van gevoelens van machteloosheid, slachtofferschap en vrees voor wat vreemd is. Die gevoelens moeten serieus genomen worden. Maar ze gebruiken als voedingsbodem voor oplossingen die uitgaan van afsluiting, uitsluiting, onverdraagzaamheid en confrontatie, dat is spelen met vuur.

Een oorlog begint meestal niet met grootschalig geweld, maar met ongeduld, irritatie, belediging, discriminatie en anonieme bedreiging.

Terug naar het Fort de Bilt.

We herdenken vandaag de slachtoffers die hier gevallen zijn gedurende de Tweede Wereldoorlog. We doen dat in een  fort dat gebouwd is om te voorkomen wat we nu herdenken. Een fort dat daarvoor niet gebruikt is. Maar naast de historische functie is een deel van het fort nog steeds in gebruik bij het ministerie van defensie, en veel toepasselijker, vinden er ook activiteiten plaats door Prodemos die zich echt bezighouden met de relevantie van vrede, vrijheid en democratie voor nu en in de toekomst.

Daarmee blijft dit fort hartstikke relevant: een versterkte plaats met als boodschap: dit nooit meer!

Herdenking 2022.

Dit jaar weer een normale herdenking op Fort de Bilt.

Herdenking op Zaterdag 30 April 2022.

Definitief programma:

18.45 uur:       Aankomst eerste gasten. Hotel Mitland. Ariënslaan 1 Utrecht

19.25 uur:       Opstellen van de stoet.

19.40 uur:       Aankomst van de stoet bij het Monument.

Dit jaar wordt de toespraak gehouden door de heer Theo Vleugels, directeur van de Oorlogsgravenstichting.

Leerlingen van onze adoptieschool, de Daltonschool, dragen gedichten voor.

GEEFT ACHT.

                        LAST POST DOOR TROMPETSPELER.

                        2 MINUTEN STILTE.

Na de 2 minuten stilte volgt het gezamenlijk zingen van de verzen 1 en 6 van het Wilhelmus.

Na de officiële kranslegging is er gelegenheid tot het leggen van bloemen bij het monument of bij de gedenkstenen.

Er is nog gelegenheid om bij de bom-vrije Kazerne na te praten .

11 September Open Monumenten Dag

Open Monumentendag Utrecht: ‘Erfgoed voor Iedereen’

‘Erfgoed voor iedereen’ is het thema van de 35e Open Monumentendag Utrecht, die dit jaar op zaterdag 11 september zal plaatsvinden. In totaal zijn zo’n 80 monumenten tussen 10.00 en 17.00 uur te bezoeken. 

Al 35 jaar lang openen op de 2e zaterdag van september vele tientallen Utrechtse monumenten hun deuren voor iedereen. Met het thema van dit jaar sluit deze jubileumeditie aan bij het Europese thema Inclusive Heritage: heritage for everyone.
Dat erfgoed voor iedereen is, is niet vanzelfsprekend. Veel monumenten die wij nu kunnen bezoeken, waren vroeger ontoegankelijk. Aan de andere kant zijn er ook altijd panden gebouwd die bedoeld waren om zich open te stellen voor anderen. Denk aan ziekenhuizen, gasthuizen, weeshuizen, kerken, huisjes voor armlastigen, etc. Voor de komende Open Monumentendag is in de binnenstad een route uitgezet langs panden van ‘zorg en naastenliefde’, waaronder het oude AZU-gebouw, het Hieronymusgebouw, de panden van de RK Aalmoezenierskamer en enkele ‘kameren’ en hofjes.

Jong erfgoed
Ons erfgoedbestand vernieuwt zich voortdurend. Om erfgoed daadwerkelijk van en voor iedereen te houden zijn er afgelopen jaren in Utrecht tal van ‘jonge’ monumenten bijgekomen. Tijdens komende Open Monumentendag krijgen ook deze ‘naoorlogse’ monumenten bijzondere aandacht. Deze panden staan vooral buiten het centrum, waardoor we ook die delen van de stad bij het programma kunnen betrekken. Er zijn korte wandelroutes uitgezet in Pijlsweerd – met o.a. het Concordiagebouw en de Lubro – en rond het Krommerijnpark, waar enkele bijzondere villa’s staan. Daarnaast is er een fietsroute door Utrecht West, die voert vanaf het CAB-gebouw en de Werkspoorfabriek naar Oog in Al en Kanaleneiland, waar enkele bijzondere naoorlogse kerken te bezoeken zijn. De routes zijn zowel individueel te volgen als met een gids.

Buitenkansjes
Naast deze speerpunten zijn er weer vele andere monumenten open voor iedereen. Vaste waarden zijn topmonumenten als de Domtoren en diverse schitterende kerken, maar ook dit jaar weer diverse ‘buitenkansjes’, zoals De Inktpot en gevangenis Wolvenplein (dit jaar voor het laatst in oude staat!). Natuurlijk is er extra aandacht voor de monumenten van Romeinse Limes en de Nieuwe Hollandse Waterlinie die onlangs de status van werelderfgoed hebben verkregen.
Het nevenprogramma concentreert zich rond het Domplein, veel activiteiten worden georganiseerd bij de monumenten zelf.
De verwachting is dat deze 35e editie met zo min mogelijk beperkingen door kan gaan. Een aantal basisregels, zoals de 1,5 meter, zal nog steeds in acht moeten worden genomen. Voor enkele kleinere monumenten en sommige activiteiten is nog wel een reservering nodig.

Het complete programma en de reserveringsopties zijn te vinden op de website: www.openmonumentendagutrecht.nl of in de speciale Monumentenkrant die vanaf 3 september in de stad wordt verspreid.